Hoe meer waarde van het retailmeubel en de vloer-, wand- en plafondafwerking behouden kan blijven na een gebruikscyclus, hoe beperkter de milieu-impact. Als vuistregel kunnen we dus stellen, naast levensduurverlenging, hergebruik van het integrale meubel of de afwerking te verkiezen is boven hergebruik van de afzonderlijke onderdelen (bvb. plaatmaterialen, meubelbeslag, …). Vervanging van onderdelen is dan weer te verkiezen boven ontmanteling en recyclage van de diverse gebruikte materialen in het meubel of de afwerking.
Figuur: Milieu-impact van 1m² kunststof tapijttegels als vloerafwerking, per levenscyclusfase (evaluatieperiode: 7 jaar): vergelijking tussen nieuwe, gelijmde tapijttegels, nieuwe, losliggende tapijttegels, hergebruikte, losliggende tapijttegels en nieuwe, losliggende tapijttegels, waarvan 70% na eerste gebruik herbruikbaar is.
Figuur: Milieu-impact van 1m² lichte wand, bestaande uit metal stud met MDF-plaat langs twee zijden, per levenscyclusfase (evaluatieperiode: 7 jaar): vergelijking tussen nieuwe MDF en metal stud, zonder afwerking, hergebruikte MDF-plaat en nieuwe profielen, hergebruikte MDF-plaat en hergebruikte profielen en nieuwe MDF-plaat en nieuwe profielen, waarvan 80% na eerste gebruik herbruikbaar is.
Figuur: Milieu-impact van 1m² verlaagd plafond met rotswolpanelen, per levenscyclusfase (evaluatieperiode: 7 jaar): vergelijking tussen volledig nieuw plafond, hergebruikte rotswolpanelen en nieuwe ophangstructuur, volledig hergebruikt plafond, nieuwe rotswolpanelen, waarvan 80% na eerste gebruik herbruikbaar is, en nieuwe ophangstructuur, en volledig nieuw plafond, waarvan 80% na eerste gebruik herbruikbaar is.