Retail designers, marketers and consultants (as well as academics) usually know their way around retail design specific terminology, but these terms are not always (as well) known by the general public or entrepreneurs. With this glossary, we wish to clarify them so everyone is aligned as to their meaning, especially in the course of the design process. A clear understanding of these terms will also be beneficial to access and use our multiple tools.
Arousal
Mate van opwinding, prikkeling
Audit
Onderzoek met systematische aanpak (o.b.v. vooraf gedefiniëerde criteria) om uiteindelijk advies op maat te kunnen formuleren en zo iets (hier: een winkelconcept) beter te doen functioneren. Dit gebeurt vaak door een extern/neutraal persoon.
Best Practices
De beste voorbeelden uit het vak.
Branding
Letterlijk: brandmerken als teken van kwaliteit. Branding gebeurt via een anonieme of fictieve verzender en omvat alle activiteiten die een organisatie onderneemt om zijn merken en producten bekend te maken bij de consument.
Coherentie
Dit gaat over de samenhang van verschillende onderdelen (bv. het geheel van de producten met de winkel, met het personeel, met de communicatie, met de look & feel van de winkel, etc),
Concept Store
Een winkel waar niet alleen het verkopen van producten centraal staat. De inrichting en het assortiment van de wnkel zijn afgestemd op een centraal thema of een bepaalde lifestyle.
Congruentie
De mate van overeenstemming tussen stimuli gebruikt om het winkelconcept vorm te geven.
Consistentie
Iets stelselmatig, nauwgezet doorvoeren tot in elk detail.
consumentengetrouwheid | consumer loyalty
Ontstaat wanneer een consument regelmatig bij een specifieke retailer winkelt, deze vertrouwt en verkiest boven anderen.
Consumentenperspectief
De retailer hoort vanuit het opzicht van de consument te denken en zo de wensen van de consument te verwerken in zijn winkelconcept.
Crossmodale Zintuiglijke Prikkels
De onderlinge samenwerking van onze zintuigen. Het prikkelen van één zintuig kan een verwachting creëren bij een ander zintuig
Cross Channel
Hier ziet de consument meerdere kanalen met één en dezelfde uitstraling en kan men aan de ‘voorkant’ voor een bepaald koopkanaal kiezen en vervolgens via een ander kanaal communiceren en geleverd krijgen. Voorbeeld: online bestellen, in de winkel afhalen, service via call center, etc.
Cross-Selling
Omzetverhogende verkooptechniek door het bij de aankoop van een product of dienst aanbieden van aanvullende of ondersteunende producten of diensten.
Design Brief
Een onderdeel van de eerste fase van het ontwerpproces bedoeld om ontwerper en klant op dezelfde golflengte te stellen vooraleer er overgegaan wordt naar de volgende fases
(analyses, concept, ontwerp, etc.)
E-Commerce
Een alternatief online verkoopkanaal voor fysieke winkelpunten. Het duidt op alle transacties die digitaal afgesloten worden: producten aankopen, online betalingen, etc.
Eyecatcher
Aan de hand van point of sale materiaal, interieurelementen, verlichting, etc. de aandacht trekken.
Eyetracking
Onderzoeksmethode aan de hand van een bril waarbij de oogfixatie gemeten wordt. Zo bestaat er de mogelijkheid om de oogbewegingen van een consument te volgen.
Experience Economy
Relatief ‘nieuwe' soort economie waarbij de consument het winkelen als een beleving wilt ervaren.
Experience Design
Het creëren van een ervaring waarbij aspecten zoals perceptie, emotie en gedrag een cruciale rol in spelen. Beleving optimaliseren doe je bijvoorbeeld door het design van de winkel helemaal af te stemmen op de noden van de consumenten en hun verwachtingen van de merkwaarden en het concept.
Flow
De route waarop de meeste consumenten zich bewegen en verplaatsen in een winkel. De retailer kan de flow doorheen de winkel beïnvloeden door de plaatsing van populaire producten, zichtlijnen, signalisatie, vloerafwerking, verlichting, etc.
Focuspunt
Product of plaats in de winkel waarop een focus geplaatst wordt zodanig dat dit al van ver in het oog springt.
Free Flow Lay-Out
Winkel lay-out met een vrij patroon, die uitnodigt om rustig rond te wandelen en daarbij veel verrassings- en impulsmomenten biedt.
Funshoppen | Funshopping, Bedonic Shopping
Recreatief shoppen
Gamification
Het aanwenden van spelprincipes en speeltechnieken in een niet-spelcontext om menselijk gedrag op een positieve wijze te sturen.
Geurmarketing | Olfactory Marketing
Het verspreiden van geur in je winkel om de kwaliteit van je merk aan te sterken en zo invloed te creëren op het consumentengedrag.
Gevelbeeld | Storefront
Het totaalbeeld van de gevel van een fysieke winkel, inclusief de inkom, vensters, verlichting en constructies (zoals vlaggen, uithangbord, etc.)
High Speed Retail
Het inspelen op de vraag van de consument naar snellere service en minder lange wachttijden. Het omvat alles dat er toegepast wordt om de shopervaring van de consument vlotter en sneller te doen verlopen. Voorbeeld: drive-in, pop-up stores, mobiel betalen, ...
Huisstijl
De visuele identiteit van een organisatie, een bewust gekozen wijze van presentatie naar buiten toe.
Retail Identity, Store Identity
Combinatie van normen, waarden, karakter en persoonlijkheid van een winkelformule.
Impulsaankopen | Impulse Buyings
Ongeplande aankopen
In-store Greenery
Groenelementen zoals planten in de winkel.
Klantenreis | Customer Journey
De reis die de consument aflegt bij het opbouwen van een relatie met een merk/winkel waarbij hij in contact komt met allerlei touchpoints en verschillende ervaringen beleeft. TIjdens deze reis zoekt de consument via verschillende kanalen interactie met het merk/winkel, inclusief sociale media, online en fysieke verkooppunten.
Kleurtemperatuur
Dit slaat op verlichting en wordt uitgedrukt in Kelvin. De kleurtemperatuur geeft aan of een wit licht eerder warm is (lage kleurtemperatuur of Kelvin) of eerder koud is (hoge kleurtemperatuur of Kelvin).
Kleurweergave
Gaat over de kleurweergave van een lichtbron: de mate van correctheid van de weergave van kleuren door de lichtbron in vergelijking met de weergave in daglicht
M-Commerce | M-Commerce, Mobile Commerce
Winkelen dat gebeurt via een mobiel apparaat zoals een smartphone of een tablet, iets dat steeds meer toegepast wordt om in contact te komen met retailers. Retailers moeten er dus voor zorgen dat de consument een positieve m- commerce ervaring beleeft.
Tone of Voice
De stijl waarin je als retailer of merk communiceert met je doelgroep. Het toepassen van één vaste toon in teksten en andere communicatievormen maakt je als retailer/merk herkenbaar en is medebepalend voor het imago.
Materialisering | Materializing
Het inzetten van materialen om je concept te vertalen in de winkel.
Merkidentiteit | Brand Identity
Geeft aan wie je als retailer/merk bent, opgebouwd uit een specifieke combinatie van verschillende kernwaarden. De kernwaarden zijn de specifieke betekenisvolle elementen die gezamenlijk de merkidentiteit vormen. Deze specifieke combinatie van kernwaarden maakt het merk onderscheidend ten opzichte van andere merken.
Merkwaarden | Brand Values
Merkwaarden laten direct zien waaraan je te herkennen bent, wat onmiskenbaar van jouw is – wat je juist anders doet dan de rest.
Missie | Mission Statement
Wat je wilt toevoegen aan je markt, of bijdragen/betekenen voor je klant.
Multi Channel
Hier kan de consument kiezen voor een koopkanaal dat het beste bij hem past. Elk kanaal opereert los van de anderen en heeft z’n eigen prijzen, voorraad, contactmogelijkheden, etc. Voorbeeld: kopen in de winkel, bij klachten richt me zich terug naar de winkel.
Niche Retailing
De verkoop van enkel een heel specifiek marktsegment: de specialisatie in één type product (en eventueel gerelateerde producten).
Omnichannel
Hier kan de consument, binnen één aankoop, ieder kanaal naast en zelfs binnen het andere kanaal gebruiken. Met één beleving, één informatiebron, één prijsstelling, etc. Het betreft hier een transparant en geïntegreerd proces waar kanalen vlekkeloos in elkaar overlopen en die de klant als uitgangspunt hebben.
Pos(m) (Point of Sale Material)
Materiaal in je winkel zoals visuals, promotiomateriaal, productbeschrijvingen etc.
Prikkels | Stimuli
Een signaal/prikkel bedoeld om een persoon tot actie aan te zetten.
Retail Branding
Soort branding waarbij consumenten wel rechtstreeks in contact komen met de onderneming en/of het product waardoor het iets wordt dat verder gaat dan het product of de service zelf. Het is op die manier dat retailers betekenisvolle merken ontwikkelen waarbij men doelt op het creëren van een merkvoorkeur bij de consument.
Winkelontwerpen | Retail Design
Een creatieve en commerciele discipline dat expertise uit verschillende gebieden samenbrengt in een ontwerp en constructie van een winkelruimte.
Runshoppen | Runshopping, Functional Shopping
Het aankopen van noodzakelijke -en functionele producten.
Storytelling
Door verhalen te gebruiken in een winkelconcept kan je betekenis geven aan gebeurtenissen. Door als retailer een verhaal te delen met de consument, schept dat een band.
Showrooming
Het concept dat consumenten in fysieke winkels producten bekijken en uitproberen om het uiteindelijk achteraf online te gaan kopen. Reverse showrooming gebeurt wanneer consumenten eerst online opzoekingswerk doen om hun aankoop daarna in een fysieke winkel te doen. Terwijl deze concepten eerst aanzien werden als een bedreiging, kunnen retailers nu door omnichannel consistent te werk te gaan de klantenreis beïnvloeden.
Signalisatie | Signing
In-store communicatie uitingen en bewegwijzering doorheen de winkel.